Het oog vs de camera: wat ziet beter?

Het oog vs de camera: wat ziet beter?

Het menselijk oog en een camera worden vaak met elkaar vergeleken. Ze functioneren dan ook op het eerste gezicht gelijkaardig. Je kan de vraag stellen: “Wat ziet beter? Een camera of een oog?” Om die vraag te beantwoorden, vergelijken we hieronder de belangrijkste onderdelen.

Pupil vs. diafragma

De pupil van het oog fungeert heel gelijkaardig aan het diafragma van een camera. Het kan (automatisch) sluiten om meer of minder licht door te laten. Een pupil doet net hetzelfde, maar dan aan de hand van kleine spiertjes in de iris.

Oogwit vs. camerabehuizing

Het oogwit en de camerabehuizing hebben ook dezelfde functie: ze beschermen de lens en de andere gevoelige onderdelen en zorgen dat alles bij het bewegen netjes bij elkaar blijft.

Ooglens vs. cameralens

De vergelijking tussen een ooglens en een cameralens is complexer. De cameralens beweegt om de focus op een object te behouden bij verschillende kijkafstanden. De ooglens daarentegen verandert van vorm: ze wordt platter als het object dichtbij is en rechter als het verder weg is.

Het moet gezegd worden dat de scherpte van een oog snel afzwakt naarmate je weggaat van het centrum van het oog. M.a.w. we zien enkel scherp in het midden van ons gezichtsveld, de rest wordt troebeler naarmate je de randen nadert. Maar een camera behoudt scherpte over het hele beeld. Daarnaast is het ook veel gemakkelijker voor een camera om die scherpte te bewaren over verschillende kijkafstanden. Een mens kan met een goed stel brillenglazen of een verrekijker zijn gezichtsscherpte nog verbeteren.   Een    camera kan scherpstellen op veel langere afstanden dankzij zoomlenzen.

Retina vs. beeldsensor

Bij zowel de camera- als de ooglens wordt het inkomende licht vanaf het brandpunt omgekeerd geprojecteerd op een lichtgevoelige achtergrond. Bij het oog komt het licht terecht op de retina, bij een moderne camera op een beeldsensor.

De retina bevat verschillende soorten lichtgevoelige cellen of fotoreceptoren in de vorm van kegeltjes en staafjes die oneven verdeeld zijn over het oog. 3 soorten kegeltjes voor het filteren van korte, medium en lange golflengtes bij normale lichtcondities en 1 soort staafje om licht op te vangen in donkere lichtcondities. Dat is waarom we kleurenblind zijn in het donker. En doordat de receptoren in een menselijk oog oneven verdeeld zijn, zien we kleur enkel goed rond het centrum van het oog. En in de blinde vlek zien we zelfs helemaal niets.

De beeldsensor heeft maar 1 soort fotoreceptor, maar hier zijn de receptoren wel gelijk verdeeld over de oppervlakte van de sensor waardoor een camera beter is in het waarnemen van kleuren, ook bij minder    licht.

Wat ziet meer?

Als je puur en alleen het oog vergelijkt met een camera, dan wint de camera. Een goede digitale camera kan namelijk veel verder inzoomen dan een menselijk oog. Het kan licht en details opvangen in slechte lichtomstandigheden en het kan een breed gezichtsveld in volle scherpte bekijken.

Maar wat het oog onderscheidt van zelfs de allerbeste camera’s, is dat het in functie staat van een heel complex brein. Want inderdaad, we zien eigenlijk niet met onze ogen maar met onze hersenen. Zij vullen de gaten van ons zicht automatisch op zodat we meer informatie uit een ‘beeld’ kunnen halen dan een camera kan. Dat maakt dat we creatiever en slimmer te werk kunnen gaan en dat we soms mooiere beelden met onze ogen zien dan met een camera. Daarnaast maakt het ons ook ontvankelijk voor illusies, wat ons dan weer evolutionaire voordelen zou geven. Als je het oog dus niet los ziet van het brein, dan is het oog de overduidelijke winnaar.

Laatste nieuws