De ogen zijn de vensters van de ziel en wie zijn ogen in de zak heeft, komt best even langs in onze optiekzaak. Maar wat betekenen die spreekwoorden nu precies? En welke zijn er zo nog?

Een paar oogappels op een rijtje:

1. Iemand het licht in de ogen niet gunnen.

Dat betekent dat je iemand niet kan verdragen.

2. Iets met de ogen verslinden.

Dan zie je iets heel graag.

3. Iemand de ogen uitsteken.

In dit geval gelukkig niet letterlijk te nemen, want het betekent dat je iemand anders jaloers maakt met iets.

4. Je ogen zijn groter dan je maag.

Als dat zo is, neem je meer op je bord dan je kan eten.

5. Je bent te lui om uit je ogen te zien.

Dan ben je gewoon heel erg lui.

6. Het oog van de meester maakt het paard vet.

Je werk gaat beter als de baas toezicht houdt.

Neem ook deze spreekwoorden in ogenschouw:

1. Iemand onder 4 ogen spreken.

Je wil iemand zonder anderen spreken.

2. Iets met de ogen meten.

Iets inschatten.

3. Iets met lede ogen aanzien.

Als dit het geval is, dan zie je iets gebeuren met tegenzin.

4. Het is niet iedereen gegeven ajuin met droge ogen te schillen.

Een fenomeen dat ook letterlijk herkenbaar is, maar hier betekent dat niet iedereen moeilijke of onaangename dingen met een glimlach doet.

5. Wat je oog niet ziet, je hart niet deert.

Wanneer je iets niet weet, kan je daar ook niet bezorgd om zijn.

6. Iemand beminnen als het licht van je ogen.

Iemand enorm graag zien.

Heb altijd oog voor je ogen

Dat waren een handvol spreuken uit het grote spreekwoordenboek. Er zijn er zoveel dat je je er blind op kan staren. Wij raden je alvast aan het leven door een gekleurde bril te zien, niemand ooit een rad voor de ogen te draaien en steeds een oogje in het zeil te houden voor je eigen ogen. Je weet maar nooit wat het leven voor jou op het oog heeft.